Meer draagvlak voor LOB: ‘De rol van de directie is cruciaal’

Waarom wilden jullie werk maken van LOB?

Enkele jaren geleden heette LOB bij ons nog ‘decanaat’ en was dit het exclusieve terrein van de decanen. Wel hadden we Profielkeuze van Qompas, maar veel verder dan dat ijverige leerlingen het invulden, kwamen we niet. Met Qompas zijn we aan het traject visie en beleid op LOB begonnen. We merkten dat er veel meer uit de methode te halen was.

Wat hebben jullie tot nu toe bereikt?

Het derde jaar loopt nu goed. De mentor is de spilfunctie en de decaan de tweedelijnsspecialist die lijntjes uitzet, de planning bewaakt en bijspringt als dat nodig is. Leerlingen zijn de baas over hun eigen keuzeproces en wij helpen hen daarbij. Niet gevulde loopbaandossiers komen niet meer voor.

Hoe hebben jullie het draagvlak voor LOB in school vergroot?

Na het visietraject hebben we een training loopbaangesprekken gedaan voor alle mentoren die een keuzejaar hebben. Ik deed zelf ook mee. Sommige docenten vroegen zich af waarom dit voor hen belangrijk was. De trainer liet ons zien dat we al voortdurend LOB-gesprekken voeren. Een onvoldoende voor wiskunde bespreken is ook LOB, omdat het gevolgen kan hebben voor de profielkeuze.

Wat hadden mentoren aan deze training?

Door bepaalde vragen te stellen maak je leerlingen meer verantwoordelijk voor hun eigen keuzeproces, dat is erg handig voor mentoren. De trainer Jan Willem Bruil creëerde een veilige sfeer en durfde het ook persoonlijk te maken. Een collega die te laat binnenkwam, liet bijvoorbeeld direct weten het nut ervan niet in te zien. Daar ging Jan Willem op in en maakte een bruggetje naar leerlingen die soms ook vol weerstand de klas binnenkomen. Door vragen te stellen en de weerstand serieus te nemen, loste hij het probleem op.

Een onvoldoende voor wiskunde bespreken is ook LOB, omdat het gevolgen kan hebben voor de profielkeuze.

Hoe belangrijk is het dat iemand van de directie bij zo’n sessie zit?

Dat is cruciaal. Doordat ik erbij zit, laat ik zien dat wij dit als management belangrijk vinden. Op deze manier kan ik ook de LOB-visie van school uitdragen en hoor ik waar mijn collega’s tegenaanlopen. Zelf heb ik er ook wat van opgestoken. In onze visie komt ‘een leven lang leren’ terug. Dan moet je dat ook op álle niveaus uitdragen. Heb ik het met mijn team bijvoorbeeld over een loopbaangesprek of een functioneringsgesprek?

Wat heb jij er persoonlijk nog meer van opgestoken?

Ik kan deze vaardigheden ook gebruiken bij mijn collega’s. Ik vind het belangrijk goed naar hen te luisteren en te horen hoe zij LOB invullen en wat zij daarvoor nodig hebben. Komend schooljaar zetten we NPO-gelden in, onder andere voor extra mentoruren, zodat mentoren meer tijd hebben voor de individuele loopbaangesprekken met leerlingen.

Welke tips heb je voor andere scholen die ook meer werk willen maken van LOB?

• Wijs één portefeuillehouder aan

Ik ben portefeuillehouder LOB van de hele school. Van de teamleiders en decanen hoor ik wat hun uitdagingen en vragen zijn. Voorheen had iedere afdeling zijn eigen beleid. Nu heb ik het overzicht en kan ik makkelijker zaken regelen.

• Gebruik de ervaringen van (oud) leerlingen

Als ik oud-leerlingen zie, vraag ik altijd wat ze bij ons gemist hebben in de keuzebegeleiding. Dat is interessante informatie voor mij. Ze wilden bijvoorbeeld meer te kiezen hebben. Daarom hebben wij de profielen C&M en E&M versterkt. Leerlingen kunnen nu ook maatschappijwetenschappen en bedrijfseconomie kiezen. Voor het eerst zijn de leerlingen gelijk over de profielen verdeeld.

• Doe met je team een training loopbaangesprekken

Bij een training loopbaangesprekken hoef je geen verstand te hebben van studies en opleidingen. Je bouwt je vaardigheden verder uit om effectief met leerlingen in gesprek te gaan. Zo kun je hen beter helpen antwoorden te vinden op hun vragen.

Meer weten?

Wil jij ook een training loopbaangesprekken bij jou op school? Neem dan contact op met 071 - 581 5581 voor meer informatie.