gemotiveerde vmbo'ers op school
Onderzoek

Vmbo'ers over hun motivatie, vakken en prestaties op school

Het vmbo vormt de grootste onderwijssector van ons land. Ongeveer de helft van alle voortgezet onderwijsleerlingen zit op het vmbo.

Het vmbo vormt de grootste onderwijssector van ons land. Ongeveer de helft van alle voortgezet onderwijsleerlingen zit op het vmbo. Het vmbo levert jaarlijks zo’n 100.000 kandidaten voor de nationale eindexamens, zo blijkt uit cijfers van het CBS (1) Ter vergelijking: we moeten de leerlingen in het laatste jaar van de havo en het vwo bij elkaar optellen om tot hetzelfde aantal te komen.

Leerlingen op het vmbo worden in vier leerjaren klaargestoomd voor het mbo, al stromen sommigen door naar de havo. Het vmbo kent verschillende niveaus: (1) vmbo-basis, (2) vmbo-kader, (3) gemende leerweg en (4) theoretische leerweg. Vaak wordt in analyses onderscheid gemaakt tussen de eerste twee (meer beroepsgerichte) niveaus en de laatste twee (meer theoretische) niveaus. Dit onderscheid passen we ook in dit rapport toe.

Het vmbo is – alleen al vanwege de grootte van het leerlingenbestand – ontegenzeggelijk van groot belang voor onze maatschappij. Desalniettemin is het vmbo ook het niveau “waar de buitenwereld helaas vaak maar te slecht zicht op krijgt”, zoals SER-voorzitter Mariëtte Hamer in 2016 opmerkte (2).

Qompas levert met dit onderzoeksrapport een bijdrage om het kennisgat omtrent vmbo-leerlingen te vullen. Jaarlijks maken duizenden vmbo’ers gebruik van modules die zijn ontwikkeld door Qompas. Dit levert waardevolle inzichten op in trends binnen het onderwijs. In dit onderzoek gebruiken wij deze gegevens om een analyse te maken van de motivatie, vakkenbelangstelling en cijfers van vmbo-leerlingen in de schooljaren
2019-2020 en 2020-2021. Tot slot analyseren we wat de data uit deze twee schooljaren ons zeggen over het effect van corona op de motivatie, vakkenbelangstelling en prestaties van vmbo-leerlingen.

Belangrijkste conclusies

Eén op de vijf vmbo’ers niet gemotiveerd voor school

Eén op de vijf vmbo'ers is ongemotiveerd voor school. Bijna de helft (48%) is daarvoor wel gemotiveerd. Als het op hun toekomstoriëntatie aankomt, is een ruime meerderheid (56%) gemotiveerd. Slechts 16% niet. Huiswerk maken motiveert 39% niet en 28% wel. Derdeklassers zijn minst gemotiveerd: Leerlingen in het derde leerjaar van het vmbo scoren telkens het laagst op de motivatievragen. Hun motivatie voor school, huiswerk én toekomst blijft achter bij de andere drie leerjaren.

Populariteit vakken lijkt samen te hangen met gendernormen

De waardering die vmbo-leerlingen geven aan schoolvakken verschilt behoorlijk tussen jongens en meisjes. Het valt op dat de voorkeuren van beide groepen overeenkomen met gendernomen. Jongens vinden lichamelijke opvoeding en techniek juist leuk, terwijl ze moeilijk te enthousiasmeren zijn voor dans, verzorging en drama. De meisjes vinden kunstzinnige vakken het leukst en exacte vakken het minst leuk.

Praktijkgerichte vakken liggen vmbo’ers het best

Vmbo-leerlingen geven over het algemeen de hoogste waardering én halen de hoogste cijfers voor praktijkgerichte vakken. Lichamelijke opvoeding krijgt de hoogste waarderingsscore en is ook het vak waar leerlingen de beste cijfers voor halen. Daarnaast staan ook creatieve vakken zoals handvaardigheid, tekenen en muziek hoog in de ranking van de cijfers en vakkenbelangstelling.

Informatiekunde veruit minst gewaardeerde vak

Van alle schoolvakken die in dit onderzoek bekeken zijn, vinden leerlingen informatiekunde het minst leuk. Slechts 37% van de vmbo-leerlingen geeft aan dit vak leuk te vinden. Zowel onder de jongens als de meisjes is de waardering voor dit vak laag. Informatiekunde behoort bovendien tot de vakken met de laagste cijfergemiddelden. De lage score voor informatiekunde ligt in lijn met de alarmerende signalen die ICT-experts eerder over dit schoolvak hebben gegeven.

Meisjes presteren beter dan jongens

Vmbo-meisjes hebben als totaalgemiddelde een 7,0. Dat gemiddelde is hoger dan die van de vmbo-jongens: een 6,8. Meisjes vinden ook vaker een vak leuk. 66% van de beoordelingen van meisjes is positief, tegenover 64% van de jongens.

Nauwelijks verschil tussen B/K en GL/TL

Alhoewel vaak onderscheid wordt gemaakt tussen leerlingen die vmbo-B/K en leerlingen die vmbo-GL/TL volgen, blijkt uit dit onderzoek dat deze twee groepen zeer vergelijkbare scores behalen voor de motivatievragen, vakkenbelangstelling en cijfers.

Hogere waarderings- en prestatiescores voor gemotiveerde leerlingen

Vmbo-leerlingen die zich gemotiveerder voelen voor school, voor het maken van huiswerk en voor hun toekomst waarderen hun vakken aanzienlijk meer dan ongemotiveerde leerlingen. Daarnaast blijkt dat ook de prestaties verbeteren naarmate leerlingen zich gemotiveerder voelen.

Leerlingen die een vak niet leuk vinden scoren ruim een heel punt lager

Vmbo-leerlingen die een vak leuk vinden scoren voor dit vak meer dan een heel punt hoger dan scholieren die dit vak niet leuk vinden. Dat blijkt uit onze analyse van de tien vmbo-vakken waarvan wij de meeste data hebben. Belangrijk om te bedenken is dat dit twee kanten op werkt: leerlingen presteren vaak beter als ze een vak interessant vinden, maar waarderen een vak ook meer zodra ze merken dat ze hier goed in zijn.

Dubbelzinnig effect van corona op vmbo’ers

Tot slot hebben we gekeken hoe de motivatie, vakkenbelangstelling en schoolprestaties verschillen tussen schooljaar 2019-2020 (waarin corona alleen in de laatste maanden actief was) en schooljaar 2020-2021 (waar in de gehele jaargang coronamaatregelen golden). De cijfergemiddelden zijn vrijwel gelijk gebleven in beide perioden, terwijl de motivatiescores daalden in coronatijd. Verrassend genoeg nam de waardering voor alle vakken juist toe. Een mogelijke verklaring is dat leraren zich door het online onderwijs gedwongen voelden om extra hun best te doen om de lessen interessant te maken.

1 Centraal Bureau voor de Statistiek (2021). “Vo; leerlingen, onderwijssoort in detail, leerjaar”. 
2 Sociaal-Economische Raad (2016). “De vmbo-leerling van de 21ste eeuw”.